Zes jaar geleden was ik al eens vijf dagen op Bali, na een reis van drie maanden door Australië. Dat was mijn eerste aanraking met Azie, and i loved it! Bali is prachtig en de mensen zijn er fantastisch aardig… over de prijzen hier nog maar niet te spreken… het is werkelijk paradijs op aarde (of is dat wat overdreven)! Vanuit Bali nam ik destijds een houtgesneden beeldje van een hondje mee voor opa. Een boxer om precies te zijn omdat hij zo van boxers hield, maar geen honden meer had. Toen ik het hem gaf en hem vertelde dat het uit Indonesië kwam, zag ik de glinstering in zijn ogen. Niet alleen omdat hij de grootste hondenliefhebber (en dan met name boxers) was die ik kende, maar vooral omdat het beeldje uit Indonesië kwam. “Welk eiland?” vroeg opa me direct. Maar het beeldje kwam van Bali en niet van zijn geliefde Java, waar hij had gediend van 1946 tot 1948. Dit was de aller eerste keer dat opa me iets vertelde over zijn diensttijd in Nederlands Indië.

Afscheid van oma

Toen ik in Australië zat overleed oma. Heel plots. Aangezien ik van mijn geboorte tot mijn achttiende naast opa en oma heb gewoond, had ik een enorm sterke band met hen. Ik was opa’s ‘schattebout’ en oma vertelde ons altijd vele zelfverzonnen verhalen over Nolda de kat. Ik kwam dagelijks bij hen over de vloer en ik kan ook niet anders zeggen dan dat het plotselinge overlijden van oma met hard raakte. Heel hard. Ik zat aan de andere kant van de wereld en had dagen zonder bereik gezeten. Toen mijn telefoon eindelijk weer werkte was ze al twee dagen daarvoor gegaan. Ik kon geen ticket terug meer boeken en daarbij stond mijn familie erop dat ik in Australië bleef. Oma leek niet meer op oma door het ongeluk dat ze had gehad. Het was beter haar te herinneren als oma zoals ik haar het laatst gezien had. Ik ben gebleven en heb op de dag van de begrafenis afscheid van haar genomen door naar de zonsopgang te kijken op Fraser Island en gedag te zeggen.

Toen ik terug kwam na mijn reis, met mijn houten boxer, was opa dus ineens alleen. Hij kon niet alleen wonen in hun gigantische huis en dus moest hij naar een kamer in het verzorgingstehuis. In mijn hele leven heb ik opa nog nooit zo ongelukkig gezien als toen. Ondanks dat ik in Utrecht woonde en opa in Limburg, probeerde ik zo vaak mogelijk bij hem langs te gaan. Iedere keer weer verscheurde mijn hart als ik hem zo zag. Dit was wel de tijd dat opa mij wat verhalen is gaan vertellen over Indonesië. Hij was nog jong toen hij werd uitgezonden om ‘ons’ land terug te veroveren. Hij heeft vreselijke dingen meegemaakt, maar daar sprak hij niet over. Hij had het altijd over de mooie dingen.

Opa’s liefde voor Java

Opa is inmiddels vijf jaar geleden overleden, vijf maanden na oma. Het was beter voor hem, hij hoefde niet meer ongelukkig te zijn. Maar het was wel mijn opa en stiekem ook mijn grote vriend die ik kwijt was. Dat heeft me jarenlang pijn gedaan. In vond het moeilijk te zien dat er andere mensen kwamen wonen in het huis van opa en oma. Alle spullen, waar hij zo trots op was, gingen weg en als ik thuis kwam waren daar simpelweg nooit meer opa en oma.

Afgelopen jaar vertelde mijn moeder over de agendaatjes en de foto’s die ze had gevonden op zolder bij het opruimen van het huis. Het waren krabbels en plaatjes van opa in Indië. Dát was het moment dat ik wist dat ik meer wilde weten over opa’s verhaal. Zijn diensttijd. Wat hij had meegemaakt. Maar vooral hoe het kon dat hij zo hield van Java, terwijl hij er vreselijke dingen had meegemaakt. Dat was het moment dat ik wist dat ik naar Java wilde. Ik wilde zijn op het eiland waar hij geweest was en ik wilde voelen wat hij voelde voor dit land. Dat was het moment dat ik besloot dat ik dit jaar een reis zou maken naar Indonesië. Liefst wilde ik niks plannen, op één ding na… ik ging naar Java!

Ik kwam, ik zag en zei gedag tegen opa

Nu is het zo ver, ik ben in Indonesië. Samen met Marijke. Inmiddels zijn we op Bali, maar de eerste week zijn we helemaal over Java gereisd. In mijn week op Java kon ik dan ook niet anders dan mijn challenge verbinden aan deze speciale week voor mij. Eigenlijk wilde ik op zoek naar de plaatsen die ik had kunnen achterhalen, waar opa geweest was. In Nederland was me al verteld dat dit me niet zou lukken. In de afgelopen zestig jaar is er zo veel veranderd hier, dat ik nooit zou gaan vinden waar ik wellicht naar op zoek ben. Maar dan nog.. waar ben ik naar op zoek? En dus besloot ik dat ik op het eiland van opa me ging verdiepen in de geschiedenis en met mijn hele hart zou genieten van dit eiland.

Nu ik het met eigen ogen heb gezien, begrijp ik opa. Natuurlijk is er een hoop veranderd, maar Java is nog steeds Java. Een prachtig eiland met vreselijk lieve mensen en enorme mooie natuur. Tijdens onze culturele tripjes was mijn reisgids mijn beste vriend. Alle stukken over de geschiedenis las is van A tot Z. Ik ben geschrokken van hoeveel dit land heeft meegemaakt. En wij Nederland zijn daar groot onderdeel van natuurlijk. Toch ben ik geen Javaan tegengekomen die niet lovend was over Nederlanders. Vele ouderen hebben Nederlandse roots en sommigen spraken zelfs nog een best woordje van onze taal. En zo was er Johannes, onze gids bij het Badhuis in Yogya, die zijn kinderen zelfs Nederlandse namen had gegeven. Ik vond het enorm inspirerend om zelf mee te maken hoe de mensen hier terug kijken naar de geschiedenis.

Natuurlijk kwam er een einde aan onze Java trip. En dus moest ik afscheid nemen van het eiland. Wellicht kom ik er in mijn leven nooit meer terug, maar dat is niet erg. Ik ben er immers geweest. Ik was op het eiland van mijn opa en heb met volle teugen genoten. En op de laatste ochtend dat we op Java waren, bezochten we in alle vroegte de Bromo vulkaan. Bij zonsopgang heb ik aan opa gedacht en hem gedag gezegd.