“Hoe voel je je ten opzichte van vorig jaar?” Het was een vraag die ik afgelopen dinsdag kreeg van Marijke. Ze doelde daarmee op een jaar geleden. Deze week, precies één jaar geleden, was namelijk een enorm hectische week. Een week waarvan ik een jaar lang heb geroepen dat ik het nooit meer zou willen overdoen. Ik ben trots op wat ik toen heb gedaan, maar no way dat ik ooit nog dat traject in zou gaan. Nu, met het zien van de beelden op tv deze week, het lezen van de verhalen in de krant en de herinneringen die het weer terug brengt, baal ik bijna dat ik er niet gewoon weer bij was. Vandaag precies een jaar geleden nam ik namelijk mijn medaille in ontvangst na het lopen van de Nijmeegse Vierdaagse. 160 kilometer in de schrijnende hitte!

NOOOOOOOOIT MEER die Vierdaagse!

Het is een beetje zoals het krijgen van een kind. Al kan ik dat natuurlijk niet met alle zekerheid zeggen, maar het lijkt me een beetje hetzelfde. De bevalling is zwaar, pijnlijk en enorm vermoeiend. Waarschijnlijk denk je op het moment zelf dat je dit noooooit meer gaat doen. Maar dan, als je je kindje eenmaal in je handen hebt, lijkt alle pijn, vermoeidheid en uitputting te zijn vergeten. Op een gegeven moment gaat het dan toch weer kriebelen en ga je toch voor een tweede.

Wie zich mijn blog van vorig jaar nog kan herinneren, weet nog wel dat ik met pijn, moeite en dikke tranen over de finish ben gekomen op dag vier. Mijn moeder en tante stonden me op te wachten bij de finish en zodra ik hen zag, begon een onuitputtelijke stroom tranen uit mijn ogen te lopen. Pijn had ik, over mijn hele lijf. Nog nooit had ik zo veel doorzettingsvermogen laten zien als in die week. Bij de finish werd ik gefeliciteerd door iedereen die ook maar zag dat het mijn eerste keer was. “Wat goed! Gefeliciteerd! Volgend jaar weer?” Vanaf die dag heb ik geroepen: “NOOOOOOOOIT MEER!”

Mijn Vierdaagse hart is weer gaan bloeien

Maar nu zijn we een jaar verder en kijk ik dus al dagen naar de tv, hoe al die 42.000 mensen de Nijmeegse Vierdaagse lopen. Het enige dat ik kan denken is ‘ik ben er niet bij’. In geen enkele herinnering denk ik aan de pijn, uitputting of de ziel waarmee ik een week heb lopen sjouwen onder mijn arm. Ik denk aan de klappende mensen langs de weg, de dronken studenten die ons ’s ochtends uitzwaaide, de water sproeiende tuinslangen die ons beschermden tegen de hitte, de snoepjes en koekjes die je iedere tien meter kreeg, de mensen die om vijf uur uit bed kwamen om ons aan te moedigen, de zingende soldaten, bemoedigende medelopers, de gladiolen die ik met bossen tegelijk in mijn handen geduwd kreeg, caravans langs de weg op de zeven heuvelen weg, de defilé over de Via Gladiola, het overwinningsbiertje achteraf en natuurlijk de medaille!

Deze week is mijn Vierdaagse hart weer gaan bloeien. De mars der marsen die ik één keer in mijn leven gelopen wilde hebben voor mijn opa, heeft schijnbaar mijn hart gestolen. Meestal ben ik heel stellig in mijn uitspraken: zeg nooit nooit! Maar over over dat nooit meer van de Vierdaagse, ben ik toch zeker 365 dagen heel erg zeker geweest. En nu, nu weet ik het niet meer. Wie weet… wie weet kijk ik volgend jaar weer met verdrietige ogen naar de tv. Wie weet schrijf ik me dan wel in voor de 100e editie van de Nijmeegse Vierdaagse. Dat is er tenslotte eentje waar je bij geweest moet zijn toch?