halve marathon

Hoe voel jij je vandaag? Ik loop zelf de hele dag al met een euforisch gevoel rond. Waarom? Omdat ik zondag mijn eerste halve marathon liep in mijn lievelingsstad Parijs. Hoe ik dat vond? In één woord: FANTASTISCH! De weersverwachting was helaas niet opperbest. Er was een 100 procent kans op regen op het moment dat wij zouden starten. De uren erna was de verwachting overigens niet veel beter, maar holy shit fucks! Wat een bak met regen kwam er naar beneden zetten. Niet. Te. Doen. Het was koud, nat en er stond minimaal windkracht zeven. Ge-wel-dige combinatie zo tijdens je eerste halve marathon. Dat mooie Parijs, was ineens een stuk minder mooi. Toch gingen we vol goede moed en met een zenuwachtig gevoel met de metro op weg naar de start. Gelukkig waren we niet de enige, want er werd natuurlijk iets in het onverstaanbaar Frans omgeroepen in de metro over de halte waar je uit moest stappen. We zijn maar gewoon blind achter een groep mensen met matchende startnummers aangelopen richting het startgebied.

Zeventien kilometer rennen in een poncho

Half verzopen en met klapperende tanden hebben we vervolgens onze tas afgegeven. We hadden wel op wat regen gerekend en dus kwam onze wegwerpponcho goed van pas. Ik heb die poncho overigens pas na zeventien kilometer uitgedaan en ik was alsnog nat tot aan mijn ondergoed. Niet. Te. Doen. Omdat we aan de late kant waren en er een giga rij stond voor de dixies, zijn we maar zonder te plassen van tevoren het startvak ingedoken. We plassen wel onderweg… Nou, en dat heb ik geweten. Tussen het startvak ‘induiken’ en de daadwerkelijke start heeft nog een half uur wachten gezeten en vijf kilometer rennen. Mijn blaas stond op knappen. Net op het punt dat er wederom een goede plensbui met bijkomende windstoten zich aandeed, kwamen we een rij dixies en wachtende dames tegen. Onderhand had ik al geen gevoel meer in mijn handen dus het was niets dan pielen in dat kleine hokje toen ik aan de beurt was. Zeven minuten later konden we weer verder.

De kilometers vlogen voorbij

We liepen langs de Seine, het mooie stadhuis en ik keek uit op de torens van de Notre Dame. Ik kreeg er een brok van in mijn keel. De harde regen had plaatsgemaakt voor een zachte miezer en ik zat goed in mijn vel. Ik was lekker aan het lopen en genoot! Mijn achillespees voelde ik wel, maar dat was niet meer dan een drie op een schaal van tien. Dat mag ook wel na tien kilometer toch? De eerste twaalf kilometer vlogen voorbij en het voelde net alsof ik pas een half uurtje aan het lopen was. Ineens was ook de boog van de vijftien kilometer in zicht. Wauw… Bij de Bruggenloop of Zevenheuvelenloop had hier nu de finish geweest, maar nu moet ik nog even en dat is helemaal niet erg. Normaal krijg je pas een runners high na afloop van een run, maar volgens mij had ik ‘m tijdens m’n run al! Dat terwijl de tunnels die ik voor mijn kiezen kreeg tussen het tien en twaalf kilometer punt echt wel heel pittig waren.

Marijke je gaat lekker

We liepen langzaamaan de stad weer uit richting het finishgebied. Er waren mij door Runninggirl Kelly nog brandweermannen beloofd, maar die had ik nog niet gezien. Jammer! Ze waren er helaas ook niet toen ik de extra aanmoediging goed kon gebruiken. Rond kilometer zestien begonnen mijn knieën zeer te doen, maar ook de blaren op mijn tenen begon ik steeds meer te voelen. Eigenlijk voelde ik alles onder mijn heupen ineens veel te veel. Om erger te voorkomen, heb ik toen toch maar een extra gelletje naar binnen geschoven. Om mij heen werd het een slagveld. Mensen met kramp of andere klachten en steeds meer mensen die moesten gaan wandelen. Misschien is het heel slecht van mij om te zeggen, maar hier heb ik mezelf wel een beetje aan opgetrokken. Ik hoor mezelf nog denken: “Marijke je gaat lekker, je bent er niet zo erg aan toe als de rest.” Dat geeft de burger moed en na het achttien kilometer punt ging het wel weer.

Want ja, dan is het nog maar drie kilometer en een beetje. Wat is drie kilometer nou? Voor ik er erg in had, liep ik op de lange finishlaan. DE laan waar ik nog maar een kilometer en een beetje hoefde te rennen. Ik kon de finishboog al zien staan en jawel: ik kreeg weer een brok in mijn keel. Ik moest er gewoon een beetje van huilen. Zo erg zelfs dat ik mezelf echt tot de orde heb moeten roepen, want anders zou ik geen lucht meer krijgen. En die laatste kilometer rent zich niet vanzelf. Het besef was er wel ineens: ik heb gewoon een halve marathon gerend. Dat heb ik ‘gewoon’ even gedaan! Het ging niet heel snel en de voorbereiding verdient wederom geen schoonheidsprijs, maar gek! Ik heb het wel mooi gedaan.

De mooiste medaille

Die medaille is dan ook echt de mooiste medaille die ik ooit om heb gedaan. Hij is misschien wel van metaal, maar hij voelt als een gouden medaille. Dit was zo vreselijk vet. Het had gewoon, ondanks het slechte weer, iets magisch. Ik zou het dan ook zo weer doen dus mijn vriend en ik hebben nu alvast de afspraak gemaakt dat we ieder jaar een halve marathon in het buitenland gaan lopen. Dus mochten jullie nog echte aanraders hebben voor een halve marathon in het buitenland, laat het mij dan vooral weten. Voor nu ga ik even verder met genieten van deze hele vette run!