Ik heb prestatiedrang! Zo, dat is er uit! Prestatiedrang klinkt zo heftig, maar het maakt uiteindelijk helemaal niet uit hoe je het noemt: een doorzetter, een streber, iemand met karakter… Het komt allemaal om hetzelfde neer: ik ben iemand die mezelf moet blijven drijven tot het uiterste. Als ik de ene overwinning heb behaald, ben ik alweer bezig met de volgende (grotere) uitdaging voor mezelf stellen. Er is één ding waar ik dan ook extreem slecht in ben: falen. Het zijn de symptomen van een die hard challenge junkie.

Dat kun jij niet

Het is bij mij zelfs zo erg, dat ik de uitspraak ‘dat kun jij niet’ zie als een uitdaging om mezelf te bewijzen. Als jij denkt dat ik dat niet kan, dan zal ik je laten zien tot wat ik allemaal in staat ben! Tot nu toe is het me altijd gelukt om mensen het tegendeel te bewijzen. Natuurlijk zitten er grenzen aan die drang. Als ik echt wel weet dat ik realistisch gezien iets niet kan, dan begin ik er niet aan. Maar alle uitdaging die eventueel mogelijk zijn en een berg doorzettingsvermogen vragen, ga ik absoluut niet uit de weg. Het gevolg is dat ik mijn grenzen vaak net iets te ver overschrijd. Zo liep ik vorig jaar de laatste drie dagen van de Vierdaagse met een peesontsteking. Want als ik eenmaal ergens aan begin, dan kan ik niet stoppen natuurlijk. And I succeeded!

Na die Vierdaagse was ik al snel op zoek naar een nieuw doel. Als ik 160 kilometer kan wandelen in vier dagen, kan ik natuurlijk nog veel meer. Aan het einde van 2013 stelde ik mijn grote doel voor 2014: de halve marathon van Amsterdam rennen. Maanden heb ik getraind en zelfs op mijn vakantie rende ik door. Mijn (zomer)vakantie paste ik er zelfs op aan. Na mijn laatste race zou ik pas weg gaan naar de zon en dus ga ik pas in november naar Indonesië. Het maakte me allemaal niets uit. Ik had een doel en ik was helemaal overtuigd dat 2014 het jaar zou gaan worden waarin ik, Esther Vogel, een halve marathon ging rennen.

Geen tijd voor party poepers

Dat het doel, waar ik zo hard voor gewerkt had niet door gaat, moest ik vorige week zondag besluiten. Al een tijdje heb ik een blessure aan mijn scheenbeen. Eerst was dit een ontsteking in de spier van mijn linker scheenbeen. Toen die verholpen was, ging de pijn alleen niet weg. Ik voelde wel dat de pijn op mijn bot zat, maar in mijn hoofd dacht ik alleen maar… in november nemen we wel rust, als alle races zijn geweest. Want tja… eenmaal begonnen, geef ik nou eenmaal niet meer op. Deze week begreep ik voor het eerst waarom Meghan afgelopen jaar ‘loog’ tegen haar fysio over de pijn in haar been. Ik deed hetzelfde. “Nee hoor, de pijn is weg”. Hij zou mij namelijk afraden om die marathon te lopen. En voor party poepers had ik natuurlijk helemaaaaaal geen tijd. Er moest getraind worden.

Maar toen ik vorige week voor de zoveelste keer strompelend het park uit kwam, gefrustreerd tot op het (scheenbeen) bot, en ik ook nog eens een strenge preek kreeg van een van mijn besties, werd het me langzaam duidelijk dat de pijn negeren geen optie was. Ik moest het toegeven… ik was geblesseerd en zou de Damloop en de Halve Marathon aan mijn neus voorbij moeten laten gaan.

Dikke tranen en een flinke kater

Je zult na bovenstaande uitleg begrijpen dat dit gepaard ging met dikke tranen en een flinke kater. Voor mij voelde dit als falen. Mijn lichaam had me in de steek gelaten. Maanden lang heb ik getraind en mijn best gedaan om juist niet geblesseerd te raken. Ik volgde alle regeltjes die ik kende en overal kon vinden om zo goed mogelijk te lopen en mijn lichaam zo min mogelijk te belasten… maar toch ging het mis. Het verwerken van die kater, dat was mijn challenge van afgelopen week. Een pittige challenge voor iemand zoals ik. Ik moest opgeven…

De domper was compleet toen afgelopen dinsdag mijn Damloop startbewijs door de brievenbus viel. Komende zondag zou ik aan de start staan van deze (naar horen zeggen) fantastische hardloop wedstrijd. Ik had een startbewijs weten te bemachtigen, maar moest deze nu afslaan. Vrijwel direct heb ik deze maar te koop aangeboden. Weg ermee! Laat iemand anders er dan maar plezier van hebben. Diezelfde avond heb ik een afspraak gemaakt voor shockwave therapie. Onder het mom van no time to waste (ik heb immers ook nog een startbewijs voor de Zeven Heuvelenloop) zou ik zorgen dat ik zo snel mogelijk weer up and running ben.

Bring it on!

Op donderdag zat ik al bij een bekende sportfysio voor een grondige check. Zijn advies was rust, masseren, oefeningen doen en shockwave. “Het gaat geen prettig behandeling worden, maar wel effectief.” Komende tijd word het dus regelmatig even mijn tanden op elkaar zetten en mijn pijn verbijten en vooral de discipline opbrengen om iedere dag mijn oefeningen te doen. Maar weet je wat: Bring it on!

Op zondag sloot ik een sportschoolabonnement af. Als ik niet mag rennen en hockeyen, dan maar spieren trainen. Langzaam ben ik deze week mijn blessure gaan zien als een nieuwe challenge in plaats van als een tegenslag. Die halve marathon ga ik heus wel lopen. Misschien niet in Amsterdam dit jaar, maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Het is dan misschien niet 2014, maar 2015 waarin ik een halve marathon zal lopen. Wat maakt het eigenlijk uit… het gaat me wel lukken. Denk jij dat ik het niet kan? I will prove you wrong! 😉