Voor mij is bijna alles in het leven een wedstrijd met mezelf. Als ik ergens aan begin, wil ik er naar verloop van tijd beter in worden. In mijn werk wil ik graag groeien. Als ik ga hardlopen wil ik uiteindelijk verder en harder kunnen lopen. Als me dat niet lukt, vind ik er over het algemeen niets aan. Laat staan dat wanneer er iemand tegen me zegt dat ik iets niet kan. Dan zal ik je wel even laten zien dat ik het wel kan. Ik heb vriendinnen die het ziekelijke prestatiedrang noemen. Ikzelf noemde het altijd passie en doorzettingsvermogen.

Wat maak je het jezelf moeilijk

Ik zeg bewust ‘noemde‘. Want in de loop der jaren ben ik ook wel in gaan zien dat de extreemheid waarin ik deze eigenschap tot uiting breng, vooral voor mijzelf vaak lastige situaties meebrengt. Want juist daardoor bezorg ik mezelf vaak bergen onnodige stress en eis ik enkel het beste van het beste van mezelf, wat soms enorm vermoeiend kan zijn. Ik kan niet eens meer tellen hoevaak mensen tegen mij gezegd hebben “wat doe je jezelf aan? Je maakt het jezelf zo moeilijk!”

En dat klopt! Ik heb het mezelf vreselijk vaak moeilijk gemaakt. Want als er een ding is waar ik niet geloof dan is het wel falen. Zoals ik al zei, is die eigenschap gelukkig wel getemperd de afgelopen jaren, maar echt afleren doe ik het volgens mij nooit. En dat is maar goed ook, want dat is waarom ik ben zoals ik ben. Maar ondanks dat het dus in mindere mate mijn leven domineert, speelt het vaak nog steeds een overheersende rol. Daar ben ik afgelopen week weer eens behoorlijk achter gekomen…

Twintig stappen terug

Vorige week schreef ik al over mijn ‘terugval’ in mijn proces van opkrabbelen uit mijn burn out periode. Na een iets te drukke week, gaf mijn lichaam een duidelijk teken dat het even genoeg was. Zaterdag had ik een vrijgezellenfeest georganiseerd, samen met vriendinnen voor Lotte. De zes dagen daarna voelde ik me alsof ik non-stop had gefeest. Hoofdpijn, moe, spierpijn… ik had letterlijk een zes dagen durende kater, met bijkomende stressmomenten, piekeraanvallen en de welbekende huilbuien die ik enkele weken daarvoor heel trots achter me had gelaten.

Het mediteren lukte me niet meer! Het voelde alsof ik wel twintig stappen terug had gezet. En om dat voor jouw beleving even te vertalen naar hoe dat voor mij voelt… dat voelt als falen. Alsof ik niet eens in staat ben om uit mijn burn out periode te komen. Het voelde alsof ik zelfs mét hulp niet in staat was om weer mijn oude ik te worden. En da zorgde voor een teleurstelling die mijn algehele toestand natuurlijk net even iets erger maakte.

Wie dacht ik wel niet dat ik was?

Maar gelukkig doe ik deze weg naar verbetering niet alleen. En dus kon ik mijn psychologe bellen afgelopen week met mijn teleurstelling in mezelf. Zij herinnerde me er gelukkig aan dat het proces waar ik nu in zit geen wedstrijd is, maar een traject waarbij ik mezelf juist moet leren om minder stress te hebben. Dat kon wel zes maanden duren, dus hoe erg was het nou eigenlijk dat het mij niet binnen een maand lukte? En als ze het zo zei, dan kon ik niet anders dan het beamen. Want wie dacht ik nou eigenlijk dat ik was? Dat ik wel even in een maandje weer de oude zou zijn? Tja, ik maakte het mezelf weer eens heel moeilijk!